Filosofielessen september-november 2017

Waarom zouden we een boek over de bijbel lezen? Er was een tijd dat wetenschappers meenden dat gedrag óf was aangeleerd óf uit de biologie voortkwam. Mensengedrag lag aan de leerkant, diergedrag aan de biologiekant, en er zat weinig tussenin. Die tweedeling klopt uiteraard niet – bij alle soorten is gedrag het product van beide –, maar er moest meer en meer rekening worden gehouden met een derde verklaring: cognitie.

De auteurs van het Oerboek lezen de Bijbel met de nieuwste inzichten van de cognitie- en evolutiewetenschap. Om erachter te komen wat de Bijbel ons heeft te vertellen over natuur en cultuur van de mens beginnen de auteurs in de tuin van Eden bij Adam en Eva, doorlopen ze het Oude Testament en komen Kaïn en Abel tegen, de ark van Noah, de toren van Babel, enz. Ze verdiepen zich in de geboden die Jawhe op de berg Sinaï gaf aan het volk Israël.

Carel Van Schaik, Kai Michel, Het Oerboek van de mens
Carel Van Schaik, Kai Michel, Het Oerboek van de mens, Boom, Amsterdam, 2016

We leren een nieuwe discipline kennen, de evolutionaire psychologie of cognitie- en evolutiewetenschap:

evolutionaire psychologie

De kernidee van de discipline is dat de menselijke geest een systeem is waarvan de verschillende onderdelen door natuurlijke selectie tot stand zijn gekomen. Onze voorouders hebben zich in de loop van de tijd weten aan te passen aan de eisen van de omgeving waarin zij moesten leven.

De eerste natuur omvat onze aangeboren gevoelens, reacties en voorliefdes. Ze hebben zich over een periode van honderdduizenden jaren ontwikkeld en hun deugdelijkheid voor het alledaagse leven in de kleine groepen van jager-verzamelaars bewezen. Omdat ze genetisch verankerd zijn, hoeven ze niet echt aangeleerd te worden. Ze impliceren een soort natuurlijke moraal ter regulering van het menselijk verkeer.

Onze tweede natuur is ontstaan tijdens de agrarische revolutie. Het leven op vaste woonplaatsen stelde de mens voor nieuwe problemen waarvoor er dringend een oplossing gezocht moest worden. Er was geen tijd over om te wachten op biologische aanpassing. Dat leidde tot gewoonten, afspraken en regels die ingingen tegen wat de eerste natuur ons geleerd had

De derde natuur is de verstand-natuur. De verstand-natuur bestaat uit grondregels, gewoonten en instellingen die op basis van een bewuste rationaliteit nageleefd worden. Wat niet wil zeggen dat deze regels altijd door en door rationeel zijn.

Onze geest smeedt samenhangende verhalen uit verschillende elementen. We ‘vertellen’ ons zelf verhalen over ons eigen gedrag en dat van anderen. Als we twijfelen, verzinnen we iets - of beter gezegd, onze hersenen doen dat, zonder veel nadenken of onze toestemming om dat te doen te vragen. We willen kost van kost betekenis geven aan de dingen die op ons pad komen en die ons bezighouden.

Storeytelling mind

We proberen gebeurtenissen te vertellen als ‘verhalen die causaal samenhangen, als opeenvolgingen waarbij de ene gebeurtenis voortkomt uit een andere en ten grondslag ligt aan weer de volgende.

We zorgen ervoor dat die verhalen ook kloppen, een zekere innerlijke logische samenhang vertonen. Zelfs als het om op het eerste gezicht wonderbaarlijke zaken gaat.

Als er ogenschijnlijk geen reden voor is, vinden we er een uit.

Adam en Eva

Toen ze nog in het paradijs woonden, hadden Adam en Eva alles wat hun hartje begeerde. Ze zouden er voor altijd hebben kunnen wonen zonder ooit ouder te worden. Maar nu was alles veranderd. Ze moesten hard werken en ze wisten dat ze op een dag zouden sterven.

Marshall Sahlins, Stone Age Economics
Marshall Sahlins, Stone Age Economics

Vanwaar komt het besef dat het ooit beter was geweest en dat de toestand nu veel slechter is? Dat zwangerschap voor de vrouw een last is en dat de man moet zweten voor zijn brood?

etiologie

Godenverhalen laten zien hoe het heelal en de mensen zijn ontstaan en waarom de leefomstandigheden zijn zoals ze zijn en niet anders. Zo’n oorzakenleer wordt etiologie genoemd.

De meeste bijbelinterpretaties vervangen de letterlijke tekst door verklaringen. Die zijn allemaal in hetzelfde bedje ziek: ze maken zich los van het oorspronkelijke verhaal. Ze dichten het verhaal iets toe wat er niet is: bijvoorbeeld dat de duivel Eva verleidt heeft, maar in het paradijs valt de duivel niet te bespeuren. Of ze zien het verhaal als niet waar gebeurd en geven er een allegorische verklaring aan.

Confirmation bias

In de cognitieve psychologie wordt er gesproken van ‘een voorkeur voor bevestiging’ ( confirmation bias) en daarmee wordt aangeduid dat mensen op zoek zijn naar informatie die hun eigen mening bevestigt. Daarbij gaan mensen voorbij aan informatie die met hun reeds vaststaande mening in strijd is.

Confirmation bias leidt ertoe dat bij de eigenlijke basisveronderstelling geen vraagtekens worden geplaatst: toen de mensen uit het paradijs verstoten werden, moest daar wel een reden voor zijn.

De confirmation bias kent de modus tollens niet. De voorwaarde (major) blijvend wat zij is, indien men in de propositie (minor) het feit van het gevolg ontkent, dient in het besluit ook het feit van de voorwaarde ontkend. In de minor, zegt Chrysippus, bevestigt men het tegengestelde van het gevolg, dus dient in het besluit het tegengestelde van de voorwaarde (elliptisch : de major) bevestigd: indien het dag, is, dan is het klaar, doch het is niet klaar (want het is nacht), dus het is geen dag.

Interessant is dat de auteurs hier komaf willen maken met allegorische interpretaties van de Bijbel en naar de tekst zelf willen terugkeren.

De essentie van het paradijsverhaal is dus dat de mensen ooit beter hebben geleefd dan ze later deden. Het paradijsverhaal is het verhaal van de achteruitgang in de kwaliteit van het bestaan. Het gaat hier om een culturele ontwikkeling: eerst leefden de mensen in een wereld van overvloed, daarna volgde de niet vrijwillig tot stand gekomen stap naar de wereld van de landbouw en moesten ze zwoegen op het veld. Dat brengt ons naar het beslissende keerpunt in de menselijke geschiedenis, de vestiging van de mens op vaste woonplaatsen.

Dat de jagers-verzamelaars het beter hebben gehad dan de eerste boeren gaat tegen alles in wat we over het ontstaan van de landbouw hebben geleerd. We hebben immers al in de lagere school geleerd dat de beschaving pas begint met de landbouwrevolutie.

In zijn boek Stone Age Economics stelt Marshall Sahlins dat bijna iedereen akkoord is met de stelling dat het leven moeilijk was in het paleolithicum:

Onze leerboeken concurreren om het hardst om een gevoel van dreigende straf en ondergang over te brengen, waardoor men zich niet alleen afvraagt hoe de jagers erin geslaagd hebben om te leven, maar of dat überhaupt leven was? Het spook van hongersnood spookt door deze pagina's rond. Zijn technische incompetentie, zo wordt gezegd, dwingt hem er toe om voortdurend te werken, gewoon om te overleven, waardoor hij geen rust of overschot heeft en dus niet eens de ‘vrije tijd’ om ‘cultuur te maken’.

Je kan welvaart van twee kanten bekijken. Je kan de menselijke behoeften op twee manieren tevreden stellen: door veel te produceren of door weinig te verlangen. De gangbare opvatting, de liberale manier , maakt veronderstellingen die bijzonder geschikt zijn voor markteconomieën: behoefte van de mens is groot, om maar niet te zeggen oneindig, terwijl zijn middelen beperkt zijn.

Jared Diamond noemde de neolithische revolutie de ‘grootste fout van de mensheid’ (Jared Diamond, The Worst Mistake in the History of the Human Race, Discover Magazine, mei 1987). Meestal wordt de neolithische revolutie gezien als een enorme stap voorwaarts. Het klopt dat je deze revolutie kan lezen als de culturele basis gelegd voor een ongekend succesverhaal. In een tijdsbestek van tienduizend jaar groeide het aantal mensen op aarde van vier miljoen tot bijna acht miljard. Maar veel te weinig beseffen we met welke enorme kosten deze vooruitgang gepaard ging.